woensdag 16 september 2009

Sweet Goodbyes

Vandaag was een lastige dag. Job is deze morgen voor 3 maanden vertrokken naar San Fransisco. Ik ben hem mee gaan uitzwaaien op Zaventem. Ik had gezworen dat ik geen huil concert ten beste ging geven, maar ik heb het toch moeilijk gehad. Gelukkig was ik niet de enige, dat maakte de situatie iets draaglijker.

Het was heel stil tussen Job en mij de hele rit naar de luchthaven toe. Hij staarde afwezig uit het raam en zijn hand lag in de mijne. Af en toe kneep ze even zacht, meer onbewust dan bewust. Ik keek ernaar en zag het als een teken van zijn ongemak. Ik kroop dichter tegen hem aan en gaf hem een kus op zijn wang voor ik mijn hoofd op zijn schouder legde. Hij probeerde te glimlachen, maar het klonk meer als een nerveuze giechel.

Deze reis wou hij heel zijn leven al maken en als je de plannen maakt, denk je wel sneller 'het zijn maar drie maanden'... Ik ging met hem akkoord en stond volledig achter zijn droom. Ik denk dat we op dat moment allebei een beetje begonnen te twijfelen aan het idee. 'Ik weet hoe je je voelt nu,' zei ik hardop. Het bleef even stil voor hij met een stem die droop van het sarcasme antwoordde, 'Tof he?'

Ik keek hem aan en we lachten. Het brak het gevoel van ongemak een beetje. Zijn arm gleed over mijn schouder en trok me tegen hem aan. Zo zaten we tot de aankomst bij de luchthaven. Ondanks het vroege uur was er meer dan genoeg volk dat druk in de weer was met bagage in te checken en zich naar terminals te verplaatsen. Ik volgde Job gedwee terwijl hij zijn bagage incheckte.

En dan was het plots tijd. De lijn van de identiteitscontrole hokjes was één die ik niet kon oversteken zonder een ticket. Ik zag hem afscheid nemen van zijn ouders en mijn keel werd droog toen hij zich uiteindelijk naar mij draaide. Mijn armen vonden automatisch de weg rond zijn hals en zijn voorhoofd raakte het mijne terwijl we diep in elkaars ogen keken.

Zijn ogen blonken, net zoals de mijne waarschijnlijk deden. 'Don't make me cry,' fluisterde ik. Zijn handen raakten mijn gezicht en hij kuste me. Het was een trage kus, eentje die je niet snel vergeet. 'Ik ben er terug voor je beseft dat ik wegben,' knipoogde hij. Ik zette mijn tanden in zijn lip voor ik zei : 'liar'.
'Ik weet het, kleine dief.'
Hij gaf me nog een stevige knuffel voor hij door de hekken stapte. Eenmaal aan de overkant draaide hij zich om en wuifde even voor hij uit het zicht verdween.

De rit naar huis leek veel korter dan de rit heen. Het schemerde toen ik terug mijn bed in kroop. Slaap zou deugd doen.... nog 92 keer slapen.
Ik mis je.

dinsdag 8 september 2009

Slippin through my fingers...

Er zijn zo van die momenten in je leven dat alles perfect gaat. Kijk nu naar mij, ik heb een pracht van een prins die ik doodgraag zie en die mij doodgraag terugziet. Ik heb een beste vriend waarbij ik thuis woon die de broer is die ik nooit heb gehad. Ik heb een toffe vriendenkring en leuke hobbies... kortom; alles loopt op rolletjes.

Er is maar één probleempje. hoewel ik alles heb om perfect gelukkig te zijn, voel ik me niet gelukkig. Ik word er gek van, en lastig... en droevig. Het is ondertussen een weekje dat ik mij in een neerwaartse spiraal bevind. Je hebt zo van die periodes, ik weet van mijzelf dat ik ze heb. Ik weet ook heel goed van mezelf dat ze wel terug wegtrekken. Het is echter die periode tussen dat begin en dat einde, waar je mee om moet leren gaan.

Je vraagt je dan misschien af wat er ontbreekt, of wat er mis is. Het antwoord is eenvoudig, er is niets mis, er onbreekt niets. Alles gaat goed. Te goed misschien en ik denk dat dat de momenten zijn dat ik aan mezelf begin te twijfelen. Het is best grappig als je erover nadenkt. Vraag een keer binnen mijn vriendenkring wat ze van mij denken en je zal wel vaker horen : 'zelfzeker', 'iemand die weet wat hij wil' of 'iemand die in actie schiet als hij iets wil gedaan zien'.

Ze hebben allemaal gelijk en ze hebben allemaal ongelijk. Ik weet wat ik wil, absoluut en je zal mij zelden zien twijfelen aan iets. Is dat omdat ik altijd alles weet? Absoluut niet. Niemand weet alles. Ik ben echter iemand die niet graag tijd verspeelt aan twijfelen. Daarom heb ik een simpel systeem uitgedacht om op de meeste zaken snel een 'ja' of een 'nee' antwoord te kunnen geven. Alles wat overwegend positieve gevolgen teweeg brengt, is een 'ja', en alles wat meer negatieve gevolgen heeft is een 'nee'. Simpel toch?

Misschien zou ik soms beter wat meer twijfelen, maar goed. Waar ik dan misschien te weinig twijfel over andere zaken, twijfel ik raar maar waar meer dan genoeg aan mijzelf, al zal ik dat niet snel toegeven aan de buitenwereld. Daarom dat alles nu zo zwaar en moeilijk is, mijn zelfvertrouwen zit in een dip en het maakt mij woest dat ik na al die tijd soms nog alles aan mezelf in twijfel kan trekken. Wie ben ik? Wat doe ik? Is dat wel juist? Wat als ik fout ben? Wat als het anders was als ik dacht?

Het maakt mij bang. Ik haat bang zijn. Het is echter een kick om angsten te overwinnen. Neem nu mijn pro-activiteit. Als je om je heen kijkt, heb je in elke vriendenkring, elke omgeving, de mensen die organiseren, en de mensen die gedwee volgen. Ik ben bij die eerste groep. Als ik iets wil gaan doen, dan zet ik dat op poten en zorg ervoor dat het plaatsvindt; weggaan met vrienden, cinema, dagje pretpark, een reisje.... noem maar op.

Mensen die niet graag organiseren, of gewoon niet organiseren en alles op zich af laten komen. Doen dat vaak om verschillende redenen; luiheid en faalangst zijn daar volgens mij de twee grootste redenen. Het is moeilijk om iets in gang te zetten, om zelf een eerste stap te nemen. Sommige mensen uit mijn omgeving spreken mij daar soms over aan, over 'hoe knap' het toch wel is dat ik dat allemaal kan, alsof dat iets is wat voor mij eenvoudig is en voor hen niet.

Ze beseffen niet hoe verkeerd ze zijn. Het is voor mij even moeilijk om de eerste stap te nemen, het is voor mij even angstaanjagend soms om aan iets te starten waarvan je niet altijd weet waar het eindigt. Het is ook iets waar ik zelf niet altijd in slaag, maar ergens onderweg heb ik besloten van niet meer bij de pakken te blijven zitten en de dingen die ik wil doen, te realiseren. Alleen of met anderen.

Ik ben kwetsbaar op momenten als deze en heb nood aan bevestiging. Job is niet hier, hij vertrekt binnekort voor een tijdje naar het buitenland. Je zou denken dat daar de reden ligt voor mijn dipje, maar dat is niet zo. Ik gun het hem en ik vertrouw hem. We zijn ondertussen al lang genoeg samen om te weten dat onze relatie stevig genoeg is om dit te doorstaan.

Ik lig in mijn bed ondertussen, weer een vergeefse poging om de slaap te vatten. Er is een onrust in mij die me innerlijk verteerd. Uiteindelijk sta ik terug op en ga naar de kamer van Aiden.
'Ben je wakker?' vraag ik stil. Er volgt wat gewoel en dan een slaperige 'Nu terug wel,' zijn ogen knipperen tegen het licht op de gang als hij zich omdraait en naar me kijkt. 'Wat is er mis, Bodi?'
Ik kijk een beetje beschaamd. 'Ik kan niet slapen. Zou je het heel erg vinden als ik bij je kruip vannacht?'

Hij kijkt me achterdochtig aan en herhaalt dan zijn vraag : 'wat is er echt mis?'
Ik haal mijn schouders op. 'Ik weet het allemaal gewoon even niet meer. Kunnen we er morgen niet over praten? Momenteel wil ik alleen iemand in mijn buurt hebben.'
Hij tilt zijn donsdeken op zonder iets te zeggen en ik kruip er vlug bij. Zijn arm slaat zich om me heen en ik voel de onrust wegtrekken. Ik neem hem even stevig vast en sluit dan mijn ogen.
'Bedankt, Aiden...'
'Anytime Bodi...' fluistert hij terug in mijn oor.
Tien minuten later was ik vertrokken...

donderdag 9 juli 2009

Me and Mister Jones

Het is vakantie in de wereld van Bodi. Dat wil zeggen dat ik met Job ondertussen in het zonnige Frankrijk vertoef. Nu ja, 'zonnig' is een groot woord. Dit jaar is de Atlantische oceaan ons minder goed gezind als het jaar daarvoor. Bewolking en hier en daar regen houden ons van tijd binnen gekluisterd, maar gelukkig vallen de temperaturen mee en komt de zon ook vaak even goeiedag zeggen. Kortom, we genieten met volle teugen.

We zijn ondertussen al een tijdje samen en ik kan met trots zeggen dat alles nog even heerlijk voelt als de dag dat ik mijn nummer in zijn gsm heb gezet. We leren nog elke dag nieuwe aspecten van elkaar kennen en dat maakt het alleen maar avontuurlijker natuurlijk. Zo is het mij opgevallen dat elke keer als wij een uitstap maken dat hij een versleten oude rugzak met zich meeneemt. Ook deze vakantie weer was het ding van de partij. Dus vroeg ik hem met een glimlach 'wat is dat toch met jou en die rugzak?'

'Aha!' antwoordde hij met een triomfantelijke glimlach. 'Dit is mijn lievelings rugzak, gekregen toen ik tien jaar was.' Ik kijk hem verbaasd aan en zeg dan droogjes; 'Oude rugzak.' Het duurt niet lang voor ik een mep krijg tegen mijn bovenarm. 'AAUW,' zeg ik en kijk hem met grote puppy oogjes aan, 'jij en je partner geweld ook altijd.'
'Je verdient het,' zegt hij zonder medelijden. Ik trek een gezicht en wacht tot hij verder gaat.

'Het is natuurlijk niet alleen de rugzak die belangrijk is, maar ook wat erin zit. Over de jaren heen heb ik veel van mijn lievelings spullen hierin bewaard, en die gaan zo een beetje overal mee naartoe.'
'Dat heb ik gemerkt ja,' zeg ik met een knipoog, 'ik neem aan dat die frisbee dan een van je lievelingsdingen is?' Ik wijs naar een grote gele ring die aan een riempje is vastgemaakt aan de buitenkant van de rugzak. Zijn ogen worden groot. 'Frisbee?! FRISBEE?! Dat is wel geen frisbee he! Dit is een 'Amazing Flying Ring'. Hiermee kan je honderden meters ver gooien. Als ik die ooit kwijt geraak, dan ga ik hartzeer hebben.'

Zijn gezicht en ogen staan heel ernstig wanneer hij dat laatste zegt. Zijn krullende haren bewegen een beetje in de wind en vlinders kriebelen in mijn buik. Ik weet niet wat het is, maar deze jongen blijft mij stapelgek maken op de meest vreemde momenten. 'Kom,' zeg ik terwijl ik rechtsta en het zand van armen afsla. Tijd om een beetje te surfen. Nadien mag jij mij laten zien hoe ver je Xena-ring vliegt.'

Een uurtje verder sta ik terug op het strand. Mijn voeten staan in het water weg te zinken in het zand. De zon is aan haar afdaling bezig. Job is in een wild gevecht met de branding. Het is geweldig om te zien hoe hij zich volledig geeft. De golven hier zijn dan ook een uitdaging of zeg maar gerust gevaarlijk van tijd tot tijd. Als je hier even niet oplet op de stroming en het tij kan je in zware problemen komen. Wanneer hij eindelijk klaar is met zich uit te leven komt hij me een natte knuffel geven. Ik kus hem zacht op zijn lippen. Een zout kusje.

'Wat denk je, etenstijd?' vraag ik hem. Ik hoor zijn maag knorren en hij kijkt me onschuldig aan. 'Denk je?' Ik knik en knuffel hem terug. 'Ik denk het wel ja.'

woensdag 3 juni 2009

Your body is a Wonderland

We zijn al even samen. Jij de prins en ik de dief. En al de liefde die we van elkaar stelen, nog altijd fris en nieuw, verslavend en oh zo overweldigend. Je ligt niet ver van mij nu, in een diepe slaap. Het licht van het laptopscherm verlicht de kamer zachtjes en je gebronsde huid glinstert zijdezacht in de weerkaatsing.

Ik hou van momenten als deze. Zelfs als je slaapt ben je toch op een bepaalde manier bij me. Ik nip van het glas rode wijn dat op het nachtkastje naast me staat terwijl een zuchtje koele lucht door het openstaande raam naar binnen blaast. Waar het mijn huid raakt blijft er even kippenvel achter, maar het verdwijnt snel weer. De nachtlucht is koel, maar in de kamer is de temperatuur nog altijd zwoel te noemen.

Het heeft net gestormd buiten. De buitenlucht ruikt ernaar. Het is lang geleden dat ik het nog zo tekeer heb zien gaan... Zalig gewoon. Onrust buiten, creëert rust vanbinnen en ik kan met honderd procent zekerheid zeggen dat ik mij op dit moment gelukkiger voel dan ik ooit ben geweest.

Ik kijk naar je naakte lichaam dat innig verstrengelt is met de dekens nu, in plaats van met mij daarstraks. Soms wou ik dat ik kon tekenen. Beelden als dit zou ik eeuwig willen kunnen vastleggen. Foto's zouden afbreuk doen aan het moment. Ze zouden ook niet kunnen tonen wat ik zie, en wat ik voel, of wat ik hoor. Je diepe ademhaling die me zegt hoe diep in slaap je nu wel bent. Het oplichten van je lichaam op het bed, door de bliksemschichten die in de verte nog nastormen. De wind die je warrige haardos zachtjes in beweging brengt. Ik heb zin om je terug wakker te maken en de storm over te doen, maar ik besluit je te laten slapen. Je hebt tenslotte een zware dag gehad.

Ik laat de laptop voor wat hij is, neem het glas wijn en kruip terug bij je in bed. Mijn hand gaat automatisch door je haren wanneer ze binnen bereik komen. Daar zal ik nooit genoeg van krijgen denk ik en ik lach vertederend. Je ruikt vaag naar appel en kokos, badschuim en shampoo. Ik besef dat ik voor jou waarschijnlijk hetzelfde zal ruiken.

Mijn handen verlaten je haar en glijden over je zijde zachte rug. Ik hou ervan alle lijntjes te volgen die over je lichaam lopen. Ik zie de lichtje haartjes op je armen recht komen. Een reactie op mijn koude handen, besef ik en verbreek de aanraking. Je beweegt. Je arm zoekt mij, en wanneer je me niet vindt gaan je ogen slaperig open. Ik zit in kleermakerszit naast je en je kijkt me verward aan. 'Bodi? Wat doe je?'
'Ik ben jou graag aan het zien, prins Job,' antwoord ik zacht en leg me dan toch maar terug neer.

Ik besef dat de nachtlucht kouder is dan ik oorspronkelijk dacht en dat ik het best koud heb. 'Hou me vast.' zeg ik zacht. Mijn toon is een halve vraag. Zijn reactie laat niet op zich wachten en er gaat een rilling door me heen als zijn warme armen rond me slagen. 'Kan je niet slapen?' vraagt hij me een geeuw onderdrukkend. 'Ik kan alles,' zeg ik laconiek, 'maar dit was gewoon even leuker. Ga maar terug slapen. Ik ga meedoen deze keer, beloofd.'

Hij kust me en zegt dan onschuldig. 'Wie zegt dat ik terug wil slapen...?'


We got the afternoon
You got this room for two
One thing I've left to do
Discover me
Discovering you

One mile to every inch of
Your skin like porcelain
One pair of candy lips and
Your bubblegum tongue

And if you want love
We'll make it
Swimming a deep sea
Of blankets
Take all your big plans
And break 'em
This is bound to be a while

Your body Is a wonderland
Your body is a wonder (I'll use my hands)
Your body Is a wonderland
...

John Mayer - Your body is a Wonderland

zaterdag 28 maart 2009

In Search of Sunrise

Valentijn. Vreselijke tijd van het jaar. Het economisch uitmelken van liefde, hoe typisch menselijk. Deze keer was het toch anders. Dat het afspraakje net op valentijn viel, kon je een ongelukkig toeval noemen. Maar gewoon het concept, gezellig gaan eten met een leuke jongen die duidelijk interesse toonde en waarin mijn interesse duidelijk gewekt was.

Het voelt raar, maar niet in een negatieve zin. Het is leuk om gewild te zijn, om aandacht te krijgen die niemand anders krijgt. Als single leer je met dat gebrek omgaan. Tenminste, dat heb ik toch gedaan. Ik vind het niet per se erg om single te zijn, maar ik mis soms wel iemand om alles mee te delen. Ik weet die gevoelens goed te onderdrukken en ik heb in Aiden natuurlijk een zeer goede bron van vriendschap die de eenzame periodes een beetje verzacht. Maar het blijft een gemis, of je het gevoel nu negeert of niet.

Ik maakte mij op mijn gemak klaar die avond. De dresscode die ik zelf mocht bepalen viel uiteindelijk op 'casual shique'. Een kostuum leek me te stijf. Een eenvoudige broek en t-shirt leek me te los. Het eindresultaat bestond uit een donkerblauwe geklede jeans met daarboven een wit hemd en een bruine vest. Niets extreem fancy, gewoon iets dat goed bij me paste en waar ik me comfortabel in voelde.

Hoewel ik graag zelf mijn bewegingsvrijheid in de hand houd, had hij me toch weten overtuigen om mij af te halen met de wagen. Wat positief was, want dan kon ik een glaasje meer drinken, maar wat tevens negatief was, want dan kon ik een glaasje meer drinken. (:p) Terwijl ik me nog een laatste keer liet goedkeuren door Aiden ging de bel. Hij was mooi op tijd. Ik ben zelf vrij stipt, maar als ik er zo over nadenk maak ik er niet snel problemen van als iemand wat later of vroeger is.

Toen de voordeur open zwaaide moest ik toch even slikken van de verschijning die daar stond. Hij moet ge gezien hebben, want hij lachte een beetje verlegen en vroeg : 'Zo slecht?'
Het was echter verre van slecht. Met al die maskers en kappen van de laatste keer, om maar te zwijgen van de donkere omgeving toen had ik duidelijk maar een half beeld gekregen van hoe mooi hij wel was. Hij was heel sober gekleed. Een strakke zwarte jeans met zwarte Italiaanse schoenen onder, en daarboven een strak zwart hemd waarvan de mouwen half waren opgestroopt en een paar gebronsde armen lieten zien. Het licht weerkaatste in de lichte haartjes die erop stonden. Zijn haar was geknipt tegenover de laatste keer, maar was niet veel korter.
Ik keek recht in de meest donkere ogen die ik ooit gezien heb toen ik geamuseerd antwoordde : 'Als jij het zegt...'

Hij trok een gezicht en stak zijn hand naar me uit: 'klaar om te vertrekken?' Ik nam zijn hand en deed teken naar de deur: 'lead the way.'

De rit naar het restaurant was een korte en verliep grotendeels in stilte. Het was echter een ontspannen stilte, niet het ongemakkelijke soort dat je in deze situaties vaak tegenkomt. Hij glimlachte toen hij mijn reactie zag bij het binnengaan van het restaurant, dat ingericht was in een knusse, oude cottage stijl. We kregen een ruime tafel toegewezen en toen ik zag wat er op de kaart stond begon ik al helemaal te watertanden. 'De prins heeft goede smaak, zie ik,' zei ik en wreef over mijn buik. Job knikte bescheiden. 'Dat denk ik toch graag ja, ik hou wel van culinaire uitspattingen moet ik toegeven.'
'Dan zijn we met twee.'
Hij keek me even bedenkelijk aan. Zijn wijsvinger tikte tegen zijn lippen. 'Nu moet je me toch eens vertellen hoe je dat vorige keer heb klaargespeeld.'
Mijn gezicht veranderde bliksemsnel in één van vermoorde onschuld. 'Je verwacht toch niet dat ik mijn diepste geheimen hier zomaar aan jou ga vertellen op ons eerste afspraakje?' Ik legde een melodramatische nadruk op de woorden 'diepste geheimen'. Hij rolde geamuseerd met zijn ogen en zuchtte.

'Zeg mij liever eens hoe je die avond bij mij bent uitgekomen,' vroeg ik hem, 'zo opvallend was ik nu niet gekleed als je terugdenkt aan wat er rondliep, en de helft van mijn gezicht was verborgen, dus op de looks zal je je ook niet hebben kunnen baseren.'
Zijn gezicht kleurde een beetje. 'Ik wist wie je was.'
Mijn wenkbrauw ging de hoogte in, maar voor ik iets kon zeggen ging hij haastig verder. 'Denk nu niet dat ik een of andere stalker ben of zo, ik bedoel niet dat ik veel over je weet, maar ik heb je al verschillende keren gezien op feestjes. Je maat is er doorgaans ook altijd bij en die had ik die avond herkend, dus was het een vrij veilige gok ervan uit te gaan dat jij onder de kap schuilde.'

'Ach zo,' zei ik. Ik was niet kwaad door wat hij zei, enkel verbaasd. Iedereen die af en toe uitgaat in het milieu weet hoe klein dat wereldje kan zijn en je komt vaak dezelfde mensen tegen op feestjes. Job was echter duidelijk nog niet gerustgesteld.
'Ik weet nog de eerste avond dat ik je gezien heb. Je hebt toen een kennis van mij verleid en hem nadien gedumpt aan de bar.'
'Euh...' Ik probeerde me te herinneren waar hij het over had en hij glimlachte naar me.
'Maak je geen zorgen, het is niet echt iemand die ik leuk vind, die kerel denkt dat hij het centrum van de wereld is. Ik heb nog nooit zo hard gelachen met iemand die het deksel tegen zijn neus kreeg.'
Het was een vage herinnering, maar ik had een vermoeden dat ik wist waarover hij het had. Ik keek een beetje beschaamd. 'Tja, ik was niet echt in een vriendelijke bui, die avond en als ik me niet vergis verdiende hij het wel een beetje ja.'
'Ik vond het in ieder geval zeer amusant.' Ik grijnsde gemeen terug.
'Je hebt toevallig geen foto's van zijn gezicht toen hij besefte dat hij daar nog lang kon blijven staan?'
'Jammer genoeg niet nee,' zei hij met een knipoog, 'volgende keer zal ik zien dat ik ze heb.'

De avond vloog voorbij. We praatten honderduit, pikten in op elkaars verhalen en polsten achter interesses of desinteresses. Prins Job bleek geen domme jongen te zijn. Los van de informatie die hij gaf over zijn studies aan de universiteit, zag je het in zijn ogen, waar een intelligent lichtje in flikkerde. Je hoorde het ook aan de manier waarop hij sprak. Hij had een passie voor lezen en dat had hem dan ook van een zeer rijke vocabulaire voorzien over de jaren heen.

Toen het dessert werd voorgeschoteld keek ik verbaasd op. 'Zijn we al aan het dessert aanbeland? Jeezes, wat vliegt de tijd!' Ik keek hem beschuldigend aan, 'allemaal jouw schuld!'
Zijn wenkbrauw ging geamuseerd de hoogte in. 'Oh ja?'
'Absoluut,' zei ik, mijn neus ophalend, 'je bent veel te leuk, dat is het probleem.'
Hij bleef stil en dan, heel traag, werd hij lichtjes rood. IK HOU VAN BLOZENDE JONGENS!!!

Ik plaagde hem de rest van de avond nog wat met zijn rode wangen tot we uiteindelijk de rekening vroegen. In afwachting daarvan excuseerde hij zich nog even om naar toilet te gaan, en gaf hij mij de kans waar ik op gewacht had. Ik had geluk dat hij zijn portefeuille in zijn jaszak bewaarde en dat hij die jas op de stoel had laten hangen. Vliegensvlug haalde ik de portefeuille uit zijn jas en stopte een dichtgevouwen briefje in één van de gleufjes waar normaal bankkaarten horen te zitten. Niet veel later kwam hij terug en betaalden we de rekening.

Toen hij me uiteindelijk voor de deur van Aiden's huis afzette, had ik spijt dat de avond al voorbij was. Het was op dat ogenblik drie uur, dus je kan je inbeelden dat we tijdens het eten onze tijd genomen hebben. Ik sloeg mijn armen rond zijn hals en keek diep in zijn ogen.
'Bedankt voor deze leuke avond. Ik mag hopen dat je er zo nog in petto hebt?'
Ik voelde zijn armen rond mijn middel glijden. 'Ik ben een prins, ik heb vanalles in petto,' zei hij met een knipoog en kuste me heel voorzichtig op de lippen. Een korte, zachte kus. Niet vulgair, niet ordinair. Een prinsenkusje.

Ik wenste hem goeienacht en ging naar mijn kamer. Voor ik ging slapen stuurde ik hem nog een smsje:

Kijk in je portefeuile, Prins Job. xxx

Het zou nu niet lang meer duren voor hij dit las :

Job,

Ik kan niet in rijmen vatten,
niet in verzen,
niet in een gedicht
waarom ik je speciaal vind,
en m'n blozende gezicht
dat me verraadt
kan niet in zinnen vatten,
niet in woorden,
niet in taal
waarom ik je zo heerlijk vind.
Je verstand, je talent, jij helemaal.
Kon jij maar mijn blik inschatten
mijn gebaren en gedrag
dan zou je diep in mijn ogen alles lezen
jij mag lezen, ja jij mag

X

Bodi

maandag 16 maart 2009

Yesss! Ik heb een sms van jou

Wat nu volgt is een reeks sms'en uitgewisseld tussen de kleine prins en mij tijdens de week die volgde na het feestje :

Ok, ik weet absoluut niet hoe je dit geflikt hebt, maar ik ben onder de indruk. Ik sta zelfs een beetje met mijn mond vol tanden, en dat overkomt me zelden. xxx Prins Job. Heeft de dief ook een naam?

Deze nederige dief is blij dat hij uwe majesteit heeft kunnen verrassen. Bodi is de naam, Prins Job. Nu weet je dus dat je op je spullen moet letten als ik in de buurt ben, wie weet wat steel ik volgende keer... :p

Niet alles is te stelen ...

Schijn bedriegt ... :-)

Je naam is niet bepaald alledaags, maar hij klinkt wel, voor een dief ;)
Werk je puur voor jezelf, of ook in opdracht voor anderen?

Waarom? Had de prins een opdracht voor mij misschien?

Misschien, ik weet echter niet of je dat soort opdrachten ook doet. Technisch gezien moet je niets stelen ...

Wat dan wel?

Je moet voorkomen dat iets gestolen wordt.

Ik neem aan dat je de ironie inziet van een dief te vragen een diefstal te voorkomen?

Hehe, ja toch wel, maar het voordeel is, als er toch iets gestolen wordt, weet ik waar ik moet gaan zoeken ;)

Slimme jongen, ik denk dat ik er wel eens over kan nadenken. Wat moet ik doen?

14 februari met mij gaan eten voor valentijn en zien dat ik niet gestolen word...

Hehe, heel origineel prins Job. Ik ben zowaar geflatteerd. Je mag me de details doorsturen wanneer je ze hebt. Ben ik undercover daar, of wat is mijn dresscode?

Verbaas me maar, daar ben je goed in. xxx

Komt in orde. xxx

maandag 2 maart 2009

De kleine prins (deel 2)

Er viel een korte stilte, waarin hij zijn hoofd op en neer bewoog. Ik vermoedde dat hij me in zich aan het opnemen was, voor zover dat ging met het doek voor zijn ogen. Ik kreeg gelijk, want zijn volgende vraag was : 'Wat moet jij eigenlijk voorstellen deze avond, als ik vragen mag?' Ik antwoordde niet direct en hij ging wat aarzelender verder. 'Ik bedoel, je vriend is vrij duidelijk te plaatsen, hij zit in dezelfde categorie als mij. Hoewel ik persoonlijk geen enorme fan ben van 'the phantom of the opera'.'

"Wat denk je dat ik moet voorstellen?" vroeg ik hem, mijn mondhoeken nu zelf in een mysterieus lachje trekkende. Het was leuk om te zien dat hij een lichte blijk van frustratie toch niet kon wegsteken. 'Ik haat het wanneer mensen me laten raden.' zei hij met een zucht. Ik beeldde me in dat hij daarbij met zijn ogen rolde.
"En die blinddoek zal er ook niet bij helpen, kan ik me voorstellen," voegde ik er met een grijns aan toe. Hij negeerde de opmerking en ik zag dat hij zijn best deed om meer details van me op te nemen.

"Euh... goh... Een huurmoordenaar? Een dief?" en met een sarcastisch toontje voegde hij er nog aan toe, "de prins der duisternis?"
"You wish," antwoordde ik met een glimlach, "nee, geen moordenaar. Eerder een dief."
"Dan heb ik goed geraden," constateerde hij voldaan.
"Inderdaad." antwoordde ik.
"En waarom precies een dief?"
Ik haalde mijn schouders op. "Waarom een dief?" Ik leunde voorover en grijnsde al mijn tanden bloot, "omdat ik graag dingen steel."
"En ben je goed in wat je doet?"
"Je moest eens weten."

Het gesprek had lang genoeg naar mijn zin geduurd. Op de dansvloer startte één van mijn favoriete nummers en ik zag dat als mijn teken om de locatie te veranderen.
"Uwe hoogheid," zei ik, terwijl ik zwierig recht stond en hem mijn hand aanbood, "ik denk dat we tijdelijk genoeg gepraat hebben. Mag ik deze dans van u?"
Hij legde zijn hand in de mijne en ik maakte een lichte buiging en een handgebaar dat hem duidelijk maakte dat hij de leiding mocht nemen. Hij trok me mee op zoek naar een podium waar nog wat plaats was.

Hij kon dansen, en hij had ook de durf om te dansen. Het was een leuke afwisseling. Hij nam de leiding en voor een keertje had ik daar geen problemen mee. Hij nam me soms vast en draaide rond me heen, maar nooit op een ordinaire manier. Aiden kwam op een ogenblik langs het podium en wierp me een blik die boekdelen sprak. Ik knipoogde naar hem terug, vergetende dat hij daar helemaal niets van kon zien met mijn kap op.

En toen kreeg ik een leuk idee. De prins had zijn armen rond mijn hals geslagen en danste tegen me aan. Ik kon me alleen inbeelden dat zonder de kap en de blinddoek we elkaar recht in de ogen zouden staren. Zijn prinsenvest hing open en mijn hand glipte in de kleine binnenzak, waar zijn gsm zat. Het was een klein ding en eenvoudig te verbergen in de palm van mijn hand. Ik deed teken dat ik even naar het toilet moest en liet hem daar staan. Het was een openklapbare gsm. Ideaal voor wat ik van zin was. Zo snel als ik kon voegde ik mijn nummer bij zijn contactpersonen toe onder de naam 'Dief'. Daarna schreef ik op een klein kaartje, 'nu je mijn nummer hebt, kan je mij je naam sturen. xxx D.' ervan uitgaande dat de 'D' hem wel op het goede spoor zou brengen in zijn telefoonboek.

Niet veel daarna ging ik terug. Op dezelfde manier als ik zijn gsm gestolen had, stak ik hem weer op dezelfde plaats terug. Ik moet toegeven dat ik me vrij voldaan voelde op dat moment, en lichtjes high was van de adrenaline die door mijn aderen stroomde. Toen hij na een tijdje aanstalten maakte om naar huis te gaan, liep ik hem nog even mee naar de uitgang. Hij gaf me een knuffel en een voorzichtige kus op de wang.
"Tot de volgende keer dan maar?" vroeg hij me.
Ik glimlachte alleen maar en hij vertrok.
"Daar kan je zeker van zijn." zei ik toen hij buiten gehoorsafstand was.

woensdag 4 februari 2009

De kleine prins (deel 1)

Het is weeral eventjes geleden dat ik nog in mijn dagboekje schreef. De examens zijn ondertussen voorbij, slush, gedaan! Het gevoel terug vrij te zijn was euforisch. En wat doet een student met die euforie? Gaan feesten natuurlijk.

En het is een feestje geweest om niet snel meer te vergeten. Ik weet niet hoe Aiden er in slaagt, maar hij weet altijd toegang te krijgen tot originele, speciale soms zelfs exclusieve feestjes. Deze keer was het niet zozeer exclusief, maar wel heel sfeervol. Een bal masqués.

We hadden drie dagen en veel geduld nodig om de perfecte outfit te vinden. Aiden had een soort van Phantom of the Opera outfit. Het masker stond hem geweldig, zeker toen hij net als in de film zijn haar in een strakke paardenstaart bij elkaar bond.

Waar Aidens outfit eerder middeleeuws was, vond ik na lang zoeken iets met een futuristische look. Volledig in het zwart met zilveren accenten. Het pak was van leer en uit één stuk. Een beetje te vergelijken met de superhelden pakjes uit de x-men films. Nauw aansluitend met een hoge kraag. Op de ruglijn waren twee rijen zilveren ringen aangebracht die samen een geboven V vorm gaven naar de schouderbladen toe. Op elke lijn kon een stukje cape worden vastgemaakt, wat een zalig effect gaf als je wandelde. Als afwerking was er een kap die aan de kraag was vastgemaakt, waarmee ik mijn gezicht kon verbergen.

De entré op het feestje kon niet beter verlopen dan we hadden gepland. Ik had nog even getwijfeld of we niet hadden overdreven met de outfits, aangezien het vaak voorkomt dat er weinig mensen ook effectief moeite doen om aan de dresscode te voldoen. Dat viel gelukkig nogal mee. Het grootste deel van de genodigden had er werk van gemaakt en de setting maakte het geheel nog mooier.

'Kennen we hier eigenlijk iemand,' vroeg ik Aiden, toen we ons een uurtje later van ons derde glas champagne hadden voorzien. Die haalde zijn schouders op. 'Niet dat ik weet, maar ik ben er zeker van dat we nog wel iemand tegen het lijf lopen vanavond.' Zijn blik richtte zich naar de bar en hij glimlachte.

Ik volgde zijn blik en zag een jongeman, met half lang zwart haar, dat leek alsof het net onder de douche vandaan kwam. Zijn outfit was dat van een edelman, met een militair kantje aan. Hij zag er koninklijk uit, een prins misschien. Maar het meest opvallende was zijn masker. Een zwarte blinddoek, bedekte zijn ogen en was stevig geknoopt aan de achterkant van zijn hoofd. Er zaten echter geen gaten in de blinddoek. Toen hij zag dat ik keek, gingen zijn mondhoeken een beetje de hoogte in. Een mysterieus glimlachje.

Aiden grinnikte. 'Wat?' vroeg ik hem. 'Oh niets, ik heb net bevestigd gekregen wat ik al twintig minuten vermoedde... Iemand, heeft aantrek.' Ik rolde met mijn ogen. Ik was hier gekomen om te feesten en ik had helemaal geen zin om de hele avond aangeklampt te worden door iemand die dacht dat hij kans maakte. Zelfs niet door een geblinddoekte prins, die er op het eerste zicht toch helemaal niet slecht uit zag.

Ik dronk mijn glas leeg en nam Aiden mee naar de dansvloer. Hij vond dat ik me aanstelde, ik gaf hem stiekem gelijk. Op de dansvloer kwam Aiden kennissen tegen waarmee hij een praatje begon. Ik zocht terwijl een stekje op één van de podia waar ik me kon laten gaan. De prins zag ik niet meer terug, tot ik een uur nadien opnieuw drank ging halen. De meeste mensen stonden nu op de dansvloer en de bar was omgetoverd in een 'lounge' voor de mensen die liever gezellig praten met elkaar.

Ik plofte me in één van de zeteltjes in afwachting op een kelner die mijn bestelling kwam opnemen. Die kans kreeg ik echter niet. 'Stoort het als ik me bij je zet?' Hij stond plots tegenover me, ik had hem zelfs niet naar me toe zien komen. Op zijn lippen speelde weer dat geheimzinnige glimlachje. Ik maakte een gebaar dat hij kon plaatsnemen maar zweeg. Door de kap op mijn hoofd kon hij enkel mijn mond en een stukje van mijn neus zien. De rest was gehuld in schaduw, wat maakte dat ik hem perfect in detail kon bekijken zonder dat hij het zag.

Terwijl hij plaatsnam in de zetel tegenover mij, zette hij een glas witte wijn aan mijn kant van de tafel. Ik nam het op en draaide het glas terwijl ik door de vloeistof naar één van de kaarsvlammetjes keek.
'Ik mag aannemen dat hier geen "supplementen" in zitten?' vroeg ik hem zacht. Zijn glimlachje verdween even met die vraag, maar keerde terug. Breder deze keer, zodat een rij hangelwitte tanden tevoorschijn kwamen bij zijn lach.
'Ben je altijd zo wantrouwig?' vroeg hij.
'Staar je altijd naar mensen van op afstand?' kaatste ik de vraag terug.
Hij lachte weer, en toen ik niet reageerde zei hij.
'Ik neem aan dat je de ironie inziet van een geblinddoekt man te beschuldigen naar iemand te staren.'
Ik glimlachte. 'Schijn kan bedriegen.'
Zijn stem werd serieus. 'Laten we hopen van wel, anders moet ik nog gaan geloven dat je echt een eikel bent en niet gewoon een fascade creëert om mensen op afstand te houden.'

Mijn mond ging open, en dan weer dicht. Voor het eerst sinds lange tijd stond ik met mijn mond vol tanden. Weer dat geheimzinnige glimlachje. Het was alsof hij de spot met me dreef. Mijn interesse was echter wel gewekt. Ik hou van uitdagingen, en mijn prins bleek een waardig tegenstander te zijn. Ik tooste naar hem en dronk van de wijn in erkenning dat de eerste ronde voor hem was.

maandag 26 januari 2009

See you at the bitter end

Verlies

Is het altijd zo tergend stil
Als je sterven wil
In de kiem gesmoord, de pijn
Met wijn bloedrood vermoord

Nu mijn alles werd ontnomen
Door iets of iemand, ongehoord
En toch nog wachten
Echt gestoord.

Gaat het altijd zo traag en tergend
Je bent niet meer
Niets, niks noch nergens
Gehad, en nu nooit meer

Om gevoelens weg te spoelen
Te verdrinken, nooit verwoord
En steeds maar blijven wachten
Mensen, echt gestoord.


Er zijn weinig wereldse zaken die mij echt raken. De wereld is een poel van verderf en vele mensen maken zich graag wijs dat we een ras zijn dat ver geëvolueerd is en dat de kennis heeft om zich beschaafd en ethisch te gedragen.

Wel, ik geloof daar niet in.

Onze huizen bieden de schuilplaats om ons te gedragen zoals we willen en als de façade van de voorgevel uiteindelijk wegvalt is de situatie vaak meer dan schrijnend. Hoeveel kinderen worden er niet mishandeld zonder dat iemand het ooit te weten komt. Hoeveel mensen worden vastgehouden tegen hun wil, of moeten zich wenden tot wanhoopsdaden om te overleven, of net niet, omdat ze niet meer in hoop geloven.

Toen ik in mijn vorige post over geloof en overtuiging sprak ben ik misschien vergeten vermelden dat ik ervan overtuigd ben dat in elke mens iets goeds en iets slechts schuilt. Als het om jeugd gaat, is iedereen ervan overtuigd dat kinderen onschuldig zijn en ze staan symbool voor hoop en alles wat goed is in de wereld. Ze zijn fragiel en breekbaar en moeten de wereld nog volledig ontdekken.

Ikzelf ben iemand die het beste probeert te vinden in iedere persoon die ik ken, vooral mensen die jonger zijn dan mij. Ik probeer die kant in hen ook aan te moedigen en ik weiger te geloven dat er kinderen zijn die geboren worden met enkel slechte en kwaadaardige bedoelingen.

Dat was tot einde vorige week. Toen nog maar eens bewezen werd hoe beschaafd deze wereld wel is. Een jonge knaap van twintig die zonder te verpinken pasgeboren baby's vermoord. Zonder waarschuwen, zonder voorwendsel, zonder reden.

Wat is de trigger die iemand verandert in een meedogenloze machine? En misschien een vraag die nog veel belangrijker is. Hoeveel jongeren lopen er op deze wereld nog rond als een tikkende tijdbom?

Ik lees geen kranten meer, en ik kijk ook niet meer naar het nieuws. Dat is al enige tijd zo. De media is een op bloed beluste machine geworden en de wereld is verbaasd dat vele jongeren en oudere mensen vaker en vaker te kampen hebben met zelfmoord neigingen en zware depressies. Wel ja, als je elke dag met je neus op foto's van stervende mensen, mishandelde kinderen, zinloze oorlogen wordt gedrukt, dan lijkt me dat een vrij normale reactie.

Vandaag won mijn nieuwsgierigheid het dan toch en ik las het artikel over de twintig jarige jongen in de krant. Ze hadden hun werk goed gedaan, allemaal getuigenissen die exact zeggen wat het volk wil horen. 'Hij was een rare.' en hier en daar nog een subtiele verwijzing ook naar hoe hij graag geweldadige spelletjes speelde en films zag.

Wel mijn beste media. Hij mag dan een rare geweest zijn, maar als je ziet hoe jullie het nieuws brengen, dan zou ik op de eerste plaats niet wijzen naar gewelddadige films en computer spelletjes, maar eerst en vooral naar jullie zelf. Want het nieuws is veel gewelddadiger dan veel films of computer spelletjes. Jullie zouden alles doen voor de foto van een stervende celebrity. Jullie kennen geen waarden of moralen meer, enkel sensatie. En die drang naar bloed en sensatie is exact het beeld dat jullie naar onze jongeren sturen. Jullie moesten beschaamd zijn om zelf nog met een vinger te durven wijzen naar iemand.

Bij deze zal je al wel doorhebben dat vorige week ik mij wel degelijk iets heb aangetrokken van de wereldse gebeurtenissen, namelijk de vreselijke gebeurtenissen die plaats vonden in sint gillis dendermonde. Ik wil al mijn steun uitsturen naar de slachtoffers van dit drama, niet alleen de ouders van de vermoorde kinderen maar ook naar de ouders van de dader. Die mensen moeten eveneens een hel doormaken. Ik wil dan ook het gedicht aan het begin van deze post opdragen aan alle mensen die geraakt zijn door dit drama.

Gevoelens van machteloosheid maken je gek, en wanhoop is een gapend gat dat je steeds vaker probeert op te slorpen in deze donkere wereld. Maar onthoud dat er ook nog licht is in deze wereld. Je vindt ze op speciale plaatsen, in speciale mensen en als je diep zoekt ook in jezelf. Het enige dat je moet doen is het laten schijnen.

Bodi Out.

dinsdag 20 januari 2009

All we are is Dust in the Wind

Het was weer een lange en vooral slapeloze nacht, vannacht. Onrustige dromen over Alex maakten me telkens weer wakker en ik kon maar niet vatten wat hij na al die tijd daar weer terug kwam zoeken. Het waren echter niet alleen dromen over Alex. Altijd kort, en zeer intens, overgoten met een sausje van lichte angst en een vleugje wanhoop. Ik haat winterdepressies. Ik slaap zelden slecht en om eerlijk te zijn, op de afgelopen weken na droom ik normaal heel zelden. Ik herinner mij mijn dromen toch nooit. De laatste weken is dat anders, en het valt me op hoe wisselvallig ze zijn van stemming en karakter.

Het lastige aan nachten als deze is dat je weet dat je de dag nadien vroeg moet opstaan en wat je ook probeert, je ziet de minuten voorbij tikken en wat je ook probeert, slaap wil niet komen. Ik probeer wat water te drinken, maar dat helpt al helemaal niet. Het lijkt alsof er een bom ontploft is in mijn bed, zo hard liggen de dekens overhoop. Dat is nu normaal wel altijd zo, maar zelfs naar mijn normen is dit abnormaal.

Ik probeer de chaos terug een beetje op orde te brengen voor ik weer onder de lakens kruip en mijn ogen sluit. Het idee om wat muziek op te zetten is twee uur geleden de raam uit gevlogen. Er is alleen maar stilte nu, een digitaal uurwerk dat 3:15 door de kamer flasht en mijn geest die niet wil slapen. Het probleem is dat mijn geest te vol zit. Ik wou soms dat ik het ding kon uitzetten 's nachts. Er is evenveel lawaai in mijn geest als er stilte is in de kamer. Ik slaak een zucht en probeer innerlijke rust te vinden.

Het gevoel van slaap komt langzaam over mij, eindelijk, maar net wanneer ik de onbewustheid in wil duiken, opent mijn kamer deur zich en gaan mijn ogen terug open.
'Bodi?' Het is Aiden zijn fluisterende stem. Hij klinkt raar. Voor ik kan reageren hoor ik hem een zucht van opluchting slaken.
'Kan je ook niet slapen,' vraag ik en zet me recht.
'Nachtmerrie,' mompelt hij een beetje beschaamd, 'ik werd wakker van jou geschreeuw. Het ging door merg en been. Het leek zo echt, dat toen ik wakker werd mijn kamer er nog van leek na te galmen. De details weet ik ondertussen al niet meer.'
'Rotgevoel he,' zeg ik hem met een halve glimlach, 'ik ken het maar al te goed. Je bent niet de enige die slecht slaapt tegenwoordig.'

Hij antwoordt niet en staat wat onhandig in de deuropening. 'Kom hier,' zeg ik hem en maak een opening zodat hij mee tussen de lakens kan kruipen. Ik voel hem tegen me aan kruipen en slaag mijn handen om zijn middel. Ze zijn koud en ik voel zijn lichaam even opspannen als ze zijn huid raken, maar hij zegt niets.
'Hey jij,' fluister ik in zijn oor, 'dat is lang geleden. Hoe gaat het nog met jou?' Hij grinnikt en port een elleboog in mijn zij. 'Ik weet het Bodi, maar je weet dat ik niet te genieten ben als ik in een studeer-modus zit.'
'Het was geen verwijt, Aiden.'
'I know, maar ik word er zelfs soms lastig van, dus ik kan aannemen dat het voor jou dan zeker niet leuk is.'

Hij valt weer stil. 'Het is niet zozeer de examens, voor mij,' zeg ik hem, 'het is gewoon een zeer rare periode. Alsof er iets uit balans is. Het...'
'...wintergevoel,' maakt hij mijn zin af en ik moet lachen. Ondanks de lastige dagen zitten we duidelijk nog op dezelfde golflengte als we elkaars zinnen nog kunnen afmaken.
'Inderdaad,' zucht ik, 'maar nog heel even en we gaan daar een stevig stokje voor steken.'
'Als je dat maar weet,' zegt hij geeuwend. Het duurt nog geen seconde of ik moet ook geeuwen.

'Kijk nu wat je doet,' zeg ik beschuldigend. Als hij antwoordt klinkt zijn stem laconiek. 'Ik had sneller bij jou moeten komen liggen, je bent zo saai dat ik vanzelf in slaap val nu.' Het was zo een stomme opmerking en hij moest zo smakelijk lachen dat we al snel allebei een vergevorderde vorm hadden van de 'slappe lach'.
Toen we enigszins terug tot bedaren waren gekomen zei ik 'eikel!'
'I know,' antwoordde hij. Ik voelde hem een lachtraan uit zijn ogen wrijven en langzaam aan terug rustig worden.

'Wat denk je, zullen we dan nog maar even proberen slapen?' vroeg ik hem.
'Dat lijkt me een fijn plan.'
Zijn hand nam het hand dat rond hem lag vast en trok het steviger tegen zich aan, zodat ik dichter tegen hem kwam liggen. Ik hou van lepeltje te liggen.
Slaap begon zich over ons meester te maken.
'Bodi?'
'Hmm...'
'Niet loslaten, ok?'

We vielen daar in slaap, op datzelfde moment. Ik heb geen last meer gehad van dromen die nacht. Aiden ook niet.

Bodi Out.

donderdag 15 januari 2009

Will the Angels fly tonight?

Ik ben een tegenstrijdig persoon op sommige vlakken. Neem nu mijn fantasie. Ik kan dromen over magie en geesten en werelden ongezien. Maar kom alsjeblieft niet langs met verhalen over seances en spoken, want dan komt de wetenschapper in mij boven en dan lach ik je negen kansen op tien vierkant uit.

En dan komt de vraag die oh zo belangrijk is voor velen. 'Waarin geloof je dan (wel)?'

En wat antwoorden de meeste mensen dan.... 'ik geloof in IETS!' en dat is gewoon onzin. Om de simpele reden, dat het woord 'geloof' in die vraag bijna altijd geassocieerd wordt met het woord 'bestaan'. En het woord 'bestaan' wijst op iets tastbaar, fysisch, voelbaar.

Want blijkbaar, materialistisch als we zijn, is dat 'iets' enorm belangrijk. Jij gelooft in God, wel waar is de hufter dan? En dan sta je daar met je... wel ja, je snapt wel wat ik bedoel. Het punt is dat je blijkbaar MOET geloven in IETS, want NIETS dat zou de funderingen van de wereld toch maar eens kunnen schokken.

Ik geloof niet in 'geloven in', ik geloof in 'vertrouwen op'. En ja, ik besef dat die vorige zin een oneindige contradictie is en zo is hij ook bedoeld. Ik ga het niet verder uitleggen, ik heb vandaag geen zin om begrepen te worden, maar denk er toch maar eens over na.

Er is veel licht in mijn leven, maar mijn grootste duisternis is wanhoop. En wanhoop heeft me weer in haar greep. Het zal het gebrek aan goede nachtrust zijn en misschien de stress van de examens. Ik hoop dat ze snel gedaan zijn, want ik heb Aiden amper gezien in twee weken tijd en hij zit nota bene de kamer naast mij. Ik val hem ook niet lastig met mijn slechte humeur, dat zou hem alleen maar afleiden.

En zo zie je maar weer, dat iedereen zijn duistere dagen heeft.

Bodi Out.

donderdag 8 januari 2009

This Sex is on Fire

De kamer was immens. Heel luxueus en modern ook. Het is nu zes uur 's morgens en de zon is al een half uurtje bezig met zijn trage klim naar de middagtop. Hoewel ik maar één uur geslapen heb en nog steeds heel moe ben, moet ik dit toch eerst even doen voor ik me terug laat meedrijven op de golven van de slaap.

Ik neem de kamer in me op. Geen enkel detail ontgaat me. Daarom doe ik het ook, ik wil geen enkel detail vergeten. Nooit meer... Van de zwartleren sofa aan de ene kant van de kamer, tot de badkamerdeur aan de andere, ligt een slordig spoor van losgescheurde kleren.

Spiegels…

De kamer hangt er vol mee. Alle kastdeuren, spiegels…

Boven, achter en naast het bed, spiegels…

Zalig…

Op één van de nachtkastjes staat nu terug een fles rode wijn. Het glas dat ernaast staat is half gevuld. Met een ruisend geluid raakt het tekenpapier de vloer. De kamer ligt er vol van. Al bijna twee uur, zit ik hier te schetsen. Elk detail, zo intens mogelijk vastgelegd op papier. Veel beter dan een foto.

De kleren, stuk voor stuk staan ze op papier. In de manier dat ze daar liggen, weerspiegelt zoveel van deze nacht. Elk detail, de wijnglazen, de spiegels en wat ze weerspiegelen. Het kolossale waterbed met elke plooi en golf in de zo zachte katoenen lakens.

Een glimlach ontsnapt wanneer mijn blik weer over één van de kastdeuren dwaalt. Afdrukken van je natte haren, je rug en je billen sieren de spiegel en ik vraag me af of ik hem niet gewoon zou kunnen meenemen.

Ach, ik heb het geschetst. Eén van de mooiste beelden in mijn leven nu.

Ook in de badkamer liggen nu her en der tekeningen, te wachten op jou of mij, tot we wakker worden of wat dan ook. Tekeningen van de scherven van het omgestoten flesje 'Aqua di Gio'. Tekeningen van de douche.

Mijn god, de douche… Alleen al het tekenen van die douche, bracht zoveel intensiteit en beelden terug dat ik bijna weer kwam van pure extase.

Het laatste blad raakt nu de grond. Het stukje houtskool volgt. Waar het de vloer raakt maakt het een zwarte veeg en de val breekt het in drie stukjes. Nu ik jou getekend heb kan ik terug bij je komen liggen, maar mijn ogen dwalen terug naar het bed en gefascineerd kijk ik een tijdje toe naar je naakte slapende lichaam. Wat ben jij mooi…

Het straaltje ochtendzon dat op je rug valt maakt het geheel alleen nog mooier. Je lichaam deint zacht op en neer, mee met je ademhaling. Zo rustig nu. Zo wild enkele uren terug.

Ik fluister je naam. Opnieuw glimlach ik. Je draait je slaperig om en wanneer je hand mijn lichaam niet vindt, gaan je ogen verward open. De groene kleur laait op in een straaltje morgenstond. Magisch…

Hoewel ik uren naar je kan kijken terwijl je slaapt, lig ik toch liever vlak bij je. Het leder kraakt wanneer ik opsta uit de zetel. Ik stap terug het bed in en je kruipt onmiddellijk lekker dicht tegen me aan.

'Waar was je?' mompel je zachtjes, mijn blik vangend met je ogen. Ik nip even van mijn glas wijn voor ik antwoord: 'Heb een douche genomen en een paar herinneringen vastgelegd.'
Je ogen worden groot. 'Je hebt getekend?' Ik knik, neem nog een slokje wijn en geef je het glas door. 'Maar ik dacht dat je dat niet meer deed?' 'Dat dacht ik ook, ' antwoord ik zacht.

Je probeert nog iets te zeggen, maar ik stop je door je zachte lippen te kussen. 'Shht, pieker er nou maar niet over mijn kleine prins,' fluister ik in je oor. Ik kus je weer, inniger nu. Mijn tong vindt de jouwe en omgekeerd. Beelden van vannacht flitsen weer door onze geest. Met veel moeite maak ik me los uit de kus. Je bent zo verslavend. Met een zucht van genot zak je terug tegen me aan terwijl je met je vinger tekeningetjes begint te maken op mijn buik. Ik kan er alleen maar verliefd en genietend naar kijken. Na een tijdje vraag je: 'Mag ik ze zien?'

'Hmm?' kijk ik je vragend aan.

'Je tekeningen, mag ik ze zien?'

'Natuurlijk, wat een vraag. Zal ik ze gaan halen?'

Je kust mijn navel en grijnst: 'Nee, ik ga wel.'

Terwijl je de kamer rondgaat, bewonder ik je slanke lichaam. Gebronsd door de zon en niet te gespierd. Je bent jonger dan mij, maar niet veel, en een hoofd kleiner dan ik en je lange, korte haren zijn een warrig nest van het … slapen onder andere. Je weet heel goed dat ik je bekijk. Je vangt mijn blik met een meer dan uitdagende blik als antwoord en je raapt de schetsen op zonder ze te bekijken. Stapelgek maak je me. Het oogcontact wordt pas verbroken wanneer je terug bij me kruipt.

Terwijl je de tekeningen één voor één afloopt, bekijk ik aandacht je gezicht. Zo weet ik wat er door je heengaat bij elke tekening. Je mondhoeken die even omhooggaan, of je ogen die zich even sluiten. Dit zijn de momenten dat beelden echt meer zeggen dan woorden. Als je bij de laatste tekening komt – die van jezelf – gebeurt er echter iets dat ik niet verwachtte. Je adem stokt en je handen beginnen plots hevig te trillen. Je ogen laten de schets niet los en wanneer je me eindelijk kunt aankijken staan ze vol tranen. 'Wat is er?

'Mooi..' is het enige wat je kan stamelen. Plots kijk je me aan en kus je me. 'Ik hou van je, weet je dat?' fluister je.

'Ik hou ook van jou,' antwoord ik met een bijna verlegen glimlach.
'Laat je me nooit meer los?' Het klinkt bijna smekend.

'Ben je gek?' antwoord ik met een grijns.
Je kust me weer en je handen beginnen mijn rug te masseren. Al gauw worden de kussen uitdagender. Plagerig…

Onder de lakens voel ik waar je gedachten zitten en met een gelukzalige blik laat ik me meevoeren in een nieuwe liefdesdans.


En toen werd ik wakker…
Dat was eergisteren. Ik loop al twee dagen met een geweldige glimlach op mijn gezicht rond.
Wat een mooie jongen. En zijn lippen! GRRRR.
Ik vind het jammer dat ik zijn naam vergeten ben, in de droom wist ik hem wel. Het was een mooie naam.

Best dream EVERRRRRRRRRRRRRRR!

xxx

Ondeugende Bodi Out!