woensdag 4 februari 2009

De kleine prins (deel 1)

Het is weeral eventjes geleden dat ik nog in mijn dagboekje schreef. De examens zijn ondertussen voorbij, slush, gedaan! Het gevoel terug vrij te zijn was euforisch. En wat doet een student met die euforie? Gaan feesten natuurlijk.

En het is een feestje geweest om niet snel meer te vergeten. Ik weet niet hoe Aiden er in slaagt, maar hij weet altijd toegang te krijgen tot originele, speciale soms zelfs exclusieve feestjes. Deze keer was het niet zozeer exclusief, maar wel heel sfeervol. Een bal masqués.

We hadden drie dagen en veel geduld nodig om de perfecte outfit te vinden. Aiden had een soort van Phantom of the Opera outfit. Het masker stond hem geweldig, zeker toen hij net als in de film zijn haar in een strakke paardenstaart bij elkaar bond.

Waar Aidens outfit eerder middeleeuws was, vond ik na lang zoeken iets met een futuristische look. Volledig in het zwart met zilveren accenten. Het pak was van leer en uit één stuk. Een beetje te vergelijken met de superhelden pakjes uit de x-men films. Nauw aansluitend met een hoge kraag. Op de ruglijn waren twee rijen zilveren ringen aangebracht die samen een geboven V vorm gaven naar de schouderbladen toe. Op elke lijn kon een stukje cape worden vastgemaakt, wat een zalig effect gaf als je wandelde. Als afwerking was er een kap die aan de kraag was vastgemaakt, waarmee ik mijn gezicht kon verbergen.

De entré op het feestje kon niet beter verlopen dan we hadden gepland. Ik had nog even getwijfeld of we niet hadden overdreven met de outfits, aangezien het vaak voorkomt dat er weinig mensen ook effectief moeite doen om aan de dresscode te voldoen. Dat viel gelukkig nogal mee. Het grootste deel van de genodigden had er werk van gemaakt en de setting maakte het geheel nog mooier.

'Kennen we hier eigenlijk iemand,' vroeg ik Aiden, toen we ons een uurtje later van ons derde glas champagne hadden voorzien. Die haalde zijn schouders op. 'Niet dat ik weet, maar ik ben er zeker van dat we nog wel iemand tegen het lijf lopen vanavond.' Zijn blik richtte zich naar de bar en hij glimlachte.

Ik volgde zijn blik en zag een jongeman, met half lang zwart haar, dat leek alsof het net onder de douche vandaan kwam. Zijn outfit was dat van een edelman, met een militair kantje aan. Hij zag er koninklijk uit, een prins misschien. Maar het meest opvallende was zijn masker. Een zwarte blinddoek, bedekte zijn ogen en was stevig geknoopt aan de achterkant van zijn hoofd. Er zaten echter geen gaten in de blinddoek. Toen hij zag dat ik keek, gingen zijn mondhoeken een beetje de hoogte in. Een mysterieus glimlachje.

Aiden grinnikte. 'Wat?' vroeg ik hem. 'Oh niets, ik heb net bevestigd gekregen wat ik al twintig minuten vermoedde... Iemand, heeft aantrek.' Ik rolde met mijn ogen. Ik was hier gekomen om te feesten en ik had helemaal geen zin om de hele avond aangeklampt te worden door iemand die dacht dat hij kans maakte. Zelfs niet door een geblinddoekte prins, die er op het eerste zicht toch helemaal niet slecht uit zag.

Ik dronk mijn glas leeg en nam Aiden mee naar de dansvloer. Hij vond dat ik me aanstelde, ik gaf hem stiekem gelijk. Op de dansvloer kwam Aiden kennissen tegen waarmee hij een praatje begon. Ik zocht terwijl een stekje op één van de podia waar ik me kon laten gaan. De prins zag ik niet meer terug, tot ik een uur nadien opnieuw drank ging halen. De meeste mensen stonden nu op de dansvloer en de bar was omgetoverd in een 'lounge' voor de mensen die liever gezellig praten met elkaar.

Ik plofte me in één van de zeteltjes in afwachting op een kelner die mijn bestelling kwam opnemen. Die kans kreeg ik echter niet. 'Stoort het als ik me bij je zet?' Hij stond plots tegenover me, ik had hem zelfs niet naar me toe zien komen. Op zijn lippen speelde weer dat geheimzinnige glimlachje. Ik maakte een gebaar dat hij kon plaatsnemen maar zweeg. Door de kap op mijn hoofd kon hij enkel mijn mond en een stukje van mijn neus zien. De rest was gehuld in schaduw, wat maakte dat ik hem perfect in detail kon bekijken zonder dat hij het zag.

Terwijl hij plaatsnam in de zetel tegenover mij, zette hij een glas witte wijn aan mijn kant van de tafel. Ik nam het op en draaide het glas terwijl ik door de vloeistof naar één van de kaarsvlammetjes keek.
'Ik mag aannemen dat hier geen "supplementen" in zitten?' vroeg ik hem zacht. Zijn glimlachje verdween even met die vraag, maar keerde terug. Breder deze keer, zodat een rij hangelwitte tanden tevoorschijn kwamen bij zijn lach.
'Ben je altijd zo wantrouwig?' vroeg hij.
'Staar je altijd naar mensen van op afstand?' kaatste ik de vraag terug.
Hij lachte weer, en toen ik niet reageerde zei hij.
'Ik neem aan dat je de ironie inziet van een geblinddoekt man te beschuldigen naar iemand te staren.'
Ik glimlachte. 'Schijn kan bedriegen.'
Zijn stem werd serieus. 'Laten we hopen van wel, anders moet ik nog gaan geloven dat je echt een eikel bent en niet gewoon een fascade creëert om mensen op afstand te houden.'

Mijn mond ging open, en dan weer dicht. Voor het eerst sinds lange tijd stond ik met mijn mond vol tanden. Weer dat geheimzinnige glimlachje. Het was alsof hij de spot met me dreef. Mijn interesse was echter wel gewekt. Ik hou van uitdagingen, en mijn prins bleek een waardig tegenstander te zijn. Ik tooste naar hem en dronk van de wijn in erkenning dat de eerste ronde voor hem was.

Geen opmerkingen: