maandag 26 januari 2009

See you at the bitter end

Verlies

Is het altijd zo tergend stil
Als je sterven wil
In de kiem gesmoord, de pijn
Met wijn bloedrood vermoord

Nu mijn alles werd ontnomen
Door iets of iemand, ongehoord
En toch nog wachten
Echt gestoord.

Gaat het altijd zo traag en tergend
Je bent niet meer
Niets, niks noch nergens
Gehad, en nu nooit meer

Om gevoelens weg te spoelen
Te verdrinken, nooit verwoord
En steeds maar blijven wachten
Mensen, echt gestoord.


Er zijn weinig wereldse zaken die mij echt raken. De wereld is een poel van verderf en vele mensen maken zich graag wijs dat we een ras zijn dat ver geëvolueerd is en dat de kennis heeft om zich beschaafd en ethisch te gedragen.

Wel, ik geloof daar niet in.

Onze huizen bieden de schuilplaats om ons te gedragen zoals we willen en als de façade van de voorgevel uiteindelijk wegvalt is de situatie vaak meer dan schrijnend. Hoeveel kinderen worden er niet mishandeld zonder dat iemand het ooit te weten komt. Hoeveel mensen worden vastgehouden tegen hun wil, of moeten zich wenden tot wanhoopsdaden om te overleven, of net niet, omdat ze niet meer in hoop geloven.

Toen ik in mijn vorige post over geloof en overtuiging sprak ben ik misschien vergeten vermelden dat ik ervan overtuigd ben dat in elke mens iets goeds en iets slechts schuilt. Als het om jeugd gaat, is iedereen ervan overtuigd dat kinderen onschuldig zijn en ze staan symbool voor hoop en alles wat goed is in de wereld. Ze zijn fragiel en breekbaar en moeten de wereld nog volledig ontdekken.

Ikzelf ben iemand die het beste probeert te vinden in iedere persoon die ik ken, vooral mensen die jonger zijn dan mij. Ik probeer die kant in hen ook aan te moedigen en ik weiger te geloven dat er kinderen zijn die geboren worden met enkel slechte en kwaadaardige bedoelingen.

Dat was tot einde vorige week. Toen nog maar eens bewezen werd hoe beschaafd deze wereld wel is. Een jonge knaap van twintig die zonder te verpinken pasgeboren baby's vermoord. Zonder waarschuwen, zonder voorwendsel, zonder reden.

Wat is de trigger die iemand verandert in een meedogenloze machine? En misschien een vraag die nog veel belangrijker is. Hoeveel jongeren lopen er op deze wereld nog rond als een tikkende tijdbom?

Ik lees geen kranten meer, en ik kijk ook niet meer naar het nieuws. Dat is al enige tijd zo. De media is een op bloed beluste machine geworden en de wereld is verbaasd dat vele jongeren en oudere mensen vaker en vaker te kampen hebben met zelfmoord neigingen en zware depressies. Wel ja, als je elke dag met je neus op foto's van stervende mensen, mishandelde kinderen, zinloze oorlogen wordt gedrukt, dan lijkt me dat een vrij normale reactie.

Vandaag won mijn nieuwsgierigheid het dan toch en ik las het artikel over de twintig jarige jongen in de krant. Ze hadden hun werk goed gedaan, allemaal getuigenissen die exact zeggen wat het volk wil horen. 'Hij was een rare.' en hier en daar nog een subtiele verwijzing ook naar hoe hij graag geweldadige spelletjes speelde en films zag.

Wel mijn beste media. Hij mag dan een rare geweest zijn, maar als je ziet hoe jullie het nieuws brengen, dan zou ik op de eerste plaats niet wijzen naar gewelddadige films en computer spelletjes, maar eerst en vooral naar jullie zelf. Want het nieuws is veel gewelddadiger dan veel films of computer spelletjes. Jullie zouden alles doen voor de foto van een stervende celebrity. Jullie kennen geen waarden of moralen meer, enkel sensatie. En die drang naar bloed en sensatie is exact het beeld dat jullie naar onze jongeren sturen. Jullie moesten beschaamd zijn om zelf nog met een vinger te durven wijzen naar iemand.

Bij deze zal je al wel doorhebben dat vorige week ik mij wel degelijk iets heb aangetrokken van de wereldse gebeurtenissen, namelijk de vreselijke gebeurtenissen die plaats vonden in sint gillis dendermonde. Ik wil al mijn steun uitsturen naar de slachtoffers van dit drama, niet alleen de ouders van de vermoorde kinderen maar ook naar de ouders van de dader. Die mensen moeten eveneens een hel doormaken. Ik wil dan ook het gedicht aan het begin van deze post opdragen aan alle mensen die geraakt zijn door dit drama.

Gevoelens van machteloosheid maken je gek, en wanhoop is een gapend gat dat je steeds vaker probeert op te slorpen in deze donkere wereld. Maar onthoud dat er ook nog licht is in deze wereld. Je vindt ze op speciale plaatsen, in speciale mensen en als je diep zoekt ook in jezelf. Het enige dat je moet doen is het laten schijnen.

Bodi Out.

dinsdag 20 januari 2009

All we are is Dust in the Wind

Het was weer een lange en vooral slapeloze nacht, vannacht. Onrustige dromen over Alex maakten me telkens weer wakker en ik kon maar niet vatten wat hij na al die tijd daar weer terug kwam zoeken. Het waren echter niet alleen dromen over Alex. Altijd kort, en zeer intens, overgoten met een sausje van lichte angst en een vleugje wanhoop. Ik haat winterdepressies. Ik slaap zelden slecht en om eerlijk te zijn, op de afgelopen weken na droom ik normaal heel zelden. Ik herinner mij mijn dromen toch nooit. De laatste weken is dat anders, en het valt me op hoe wisselvallig ze zijn van stemming en karakter.

Het lastige aan nachten als deze is dat je weet dat je de dag nadien vroeg moet opstaan en wat je ook probeert, je ziet de minuten voorbij tikken en wat je ook probeert, slaap wil niet komen. Ik probeer wat water te drinken, maar dat helpt al helemaal niet. Het lijkt alsof er een bom ontploft is in mijn bed, zo hard liggen de dekens overhoop. Dat is nu normaal wel altijd zo, maar zelfs naar mijn normen is dit abnormaal.

Ik probeer de chaos terug een beetje op orde te brengen voor ik weer onder de lakens kruip en mijn ogen sluit. Het idee om wat muziek op te zetten is twee uur geleden de raam uit gevlogen. Er is alleen maar stilte nu, een digitaal uurwerk dat 3:15 door de kamer flasht en mijn geest die niet wil slapen. Het probleem is dat mijn geest te vol zit. Ik wou soms dat ik het ding kon uitzetten 's nachts. Er is evenveel lawaai in mijn geest als er stilte is in de kamer. Ik slaak een zucht en probeer innerlijke rust te vinden.

Het gevoel van slaap komt langzaam over mij, eindelijk, maar net wanneer ik de onbewustheid in wil duiken, opent mijn kamer deur zich en gaan mijn ogen terug open.
'Bodi?' Het is Aiden zijn fluisterende stem. Hij klinkt raar. Voor ik kan reageren hoor ik hem een zucht van opluchting slaken.
'Kan je ook niet slapen,' vraag ik en zet me recht.
'Nachtmerrie,' mompelt hij een beetje beschaamd, 'ik werd wakker van jou geschreeuw. Het ging door merg en been. Het leek zo echt, dat toen ik wakker werd mijn kamer er nog van leek na te galmen. De details weet ik ondertussen al niet meer.'
'Rotgevoel he,' zeg ik hem met een halve glimlach, 'ik ken het maar al te goed. Je bent niet de enige die slecht slaapt tegenwoordig.'

Hij antwoordt niet en staat wat onhandig in de deuropening. 'Kom hier,' zeg ik hem en maak een opening zodat hij mee tussen de lakens kan kruipen. Ik voel hem tegen me aan kruipen en slaag mijn handen om zijn middel. Ze zijn koud en ik voel zijn lichaam even opspannen als ze zijn huid raken, maar hij zegt niets.
'Hey jij,' fluister ik in zijn oor, 'dat is lang geleden. Hoe gaat het nog met jou?' Hij grinnikt en port een elleboog in mijn zij. 'Ik weet het Bodi, maar je weet dat ik niet te genieten ben als ik in een studeer-modus zit.'
'Het was geen verwijt, Aiden.'
'I know, maar ik word er zelfs soms lastig van, dus ik kan aannemen dat het voor jou dan zeker niet leuk is.'

Hij valt weer stil. 'Het is niet zozeer de examens, voor mij,' zeg ik hem, 'het is gewoon een zeer rare periode. Alsof er iets uit balans is. Het...'
'...wintergevoel,' maakt hij mijn zin af en ik moet lachen. Ondanks de lastige dagen zitten we duidelijk nog op dezelfde golflengte als we elkaars zinnen nog kunnen afmaken.
'Inderdaad,' zucht ik, 'maar nog heel even en we gaan daar een stevig stokje voor steken.'
'Als je dat maar weet,' zegt hij geeuwend. Het duurt nog geen seconde of ik moet ook geeuwen.

'Kijk nu wat je doet,' zeg ik beschuldigend. Als hij antwoordt klinkt zijn stem laconiek. 'Ik had sneller bij jou moeten komen liggen, je bent zo saai dat ik vanzelf in slaap val nu.' Het was zo een stomme opmerking en hij moest zo smakelijk lachen dat we al snel allebei een vergevorderde vorm hadden van de 'slappe lach'.
Toen we enigszins terug tot bedaren waren gekomen zei ik 'eikel!'
'I know,' antwoordde hij. Ik voelde hem een lachtraan uit zijn ogen wrijven en langzaam aan terug rustig worden.

'Wat denk je, zullen we dan nog maar even proberen slapen?' vroeg ik hem.
'Dat lijkt me een fijn plan.'
Zijn hand nam het hand dat rond hem lag vast en trok het steviger tegen zich aan, zodat ik dichter tegen hem kwam liggen. Ik hou van lepeltje te liggen.
Slaap begon zich over ons meester te maken.
'Bodi?'
'Hmm...'
'Niet loslaten, ok?'

We vielen daar in slaap, op datzelfde moment. Ik heb geen last meer gehad van dromen die nacht. Aiden ook niet.

Bodi Out.

donderdag 15 januari 2009

Will the Angels fly tonight?

Ik ben een tegenstrijdig persoon op sommige vlakken. Neem nu mijn fantasie. Ik kan dromen over magie en geesten en werelden ongezien. Maar kom alsjeblieft niet langs met verhalen over seances en spoken, want dan komt de wetenschapper in mij boven en dan lach ik je negen kansen op tien vierkant uit.

En dan komt de vraag die oh zo belangrijk is voor velen. 'Waarin geloof je dan (wel)?'

En wat antwoorden de meeste mensen dan.... 'ik geloof in IETS!' en dat is gewoon onzin. Om de simpele reden, dat het woord 'geloof' in die vraag bijna altijd geassocieerd wordt met het woord 'bestaan'. En het woord 'bestaan' wijst op iets tastbaar, fysisch, voelbaar.

Want blijkbaar, materialistisch als we zijn, is dat 'iets' enorm belangrijk. Jij gelooft in God, wel waar is de hufter dan? En dan sta je daar met je... wel ja, je snapt wel wat ik bedoel. Het punt is dat je blijkbaar MOET geloven in IETS, want NIETS dat zou de funderingen van de wereld toch maar eens kunnen schokken.

Ik geloof niet in 'geloven in', ik geloof in 'vertrouwen op'. En ja, ik besef dat die vorige zin een oneindige contradictie is en zo is hij ook bedoeld. Ik ga het niet verder uitleggen, ik heb vandaag geen zin om begrepen te worden, maar denk er toch maar eens over na.

Er is veel licht in mijn leven, maar mijn grootste duisternis is wanhoop. En wanhoop heeft me weer in haar greep. Het zal het gebrek aan goede nachtrust zijn en misschien de stress van de examens. Ik hoop dat ze snel gedaan zijn, want ik heb Aiden amper gezien in twee weken tijd en hij zit nota bene de kamer naast mij. Ik val hem ook niet lastig met mijn slechte humeur, dat zou hem alleen maar afleiden.

En zo zie je maar weer, dat iedereen zijn duistere dagen heeft.

Bodi Out.

donderdag 8 januari 2009

This Sex is on Fire

De kamer was immens. Heel luxueus en modern ook. Het is nu zes uur 's morgens en de zon is al een half uurtje bezig met zijn trage klim naar de middagtop. Hoewel ik maar één uur geslapen heb en nog steeds heel moe ben, moet ik dit toch eerst even doen voor ik me terug laat meedrijven op de golven van de slaap.

Ik neem de kamer in me op. Geen enkel detail ontgaat me. Daarom doe ik het ook, ik wil geen enkel detail vergeten. Nooit meer... Van de zwartleren sofa aan de ene kant van de kamer, tot de badkamerdeur aan de andere, ligt een slordig spoor van losgescheurde kleren.

Spiegels…

De kamer hangt er vol mee. Alle kastdeuren, spiegels…

Boven, achter en naast het bed, spiegels…

Zalig…

Op één van de nachtkastjes staat nu terug een fles rode wijn. Het glas dat ernaast staat is half gevuld. Met een ruisend geluid raakt het tekenpapier de vloer. De kamer ligt er vol van. Al bijna twee uur, zit ik hier te schetsen. Elk detail, zo intens mogelijk vastgelegd op papier. Veel beter dan een foto.

De kleren, stuk voor stuk staan ze op papier. In de manier dat ze daar liggen, weerspiegelt zoveel van deze nacht. Elk detail, de wijnglazen, de spiegels en wat ze weerspiegelen. Het kolossale waterbed met elke plooi en golf in de zo zachte katoenen lakens.

Een glimlach ontsnapt wanneer mijn blik weer over één van de kastdeuren dwaalt. Afdrukken van je natte haren, je rug en je billen sieren de spiegel en ik vraag me af of ik hem niet gewoon zou kunnen meenemen.

Ach, ik heb het geschetst. Eén van de mooiste beelden in mijn leven nu.

Ook in de badkamer liggen nu her en der tekeningen, te wachten op jou of mij, tot we wakker worden of wat dan ook. Tekeningen van de scherven van het omgestoten flesje 'Aqua di Gio'. Tekeningen van de douche.

Mijn god, de douche… Alleen al het tekenen van die douche, bracht zoveel intensiteit en beelden terug dat ik bijna weer kwam van pure extase.

Het laatste blad raakt nu de grond. Het stukje houtskool volgt. Waar het de vloer raakt maakt het een zwarte veeg en de val breekt het in drie stukjes. Nu ik jou getekend heb kan ik terug bij je komen liggen, maar mijn ogen dwalen terug naar het bed en gefascineerd kijk ik een tijdje toe naar je naakte slapende lichaam. Wat ben jij mooi…

Het straaltje ochtendzon dat op je rug valt maakt het geheel alleen nog mooier. Je lichaam deint zacht op en neer, mee met je ademhaling. Zo rustig nu. Zo wild enkele uren terug.

Ik fluister je naam. Opnieuw glimlach ik. Je draait je slaperig om en wanneer je hand mijn lichaam niet vindt, gaan je ogen verward open. De groene kleur laait op in een straaltje morgenstond. Magisch…

Hoewel ik uren naar je kan kijken terwijl je slaapt, lig ik toch liever vlak bij je. Het leder kraakt wanneer ik opsta uit de zetel. Ik stap terug het bed in en je kruipt onmiddellijk lekker dicht tegen me aan.

'Waar was je?' mompel je zachtjes, mijn blik vangend met je ogen. Ik nip even van mijn glas wijn voor ik antwoord: 'Heb een douche genomen en een paar herinneringen vastgelegd.'
Je ogen worden groot. 'Je hebt getekend?' Ik knik, neem nog een slokje wijn en geef je het glas door. 'Maar ik dacht dat je dat niet meer deed?' 'Dat dacht ik ook, ' antwoord ik zacht.

Je probeert nog iets te zeggen, maar ik stop je door je zachte lippen te kussen. 'Shht, pieker er nou maar niet over mijn kleine prins,' fluister ik in je oor. Ik kus je weer, inniger nu. Mijn tong vindt de jouwe en omgekeerd. Beelden van vannacht flitsen weer door onze geest. Met veel moeite maak ik me los uit de kus. Je bent zo verslavend. Met een zucht van genot zak je terug tegen me aan terwijl je met je vinger tekeningetjes begint te maken op mijn buik. Ik kan er alleen maar verliefd en genietend naar kijken. Na een tijdje vraag je: 'Mag ik ze zien?'

'Hmm?' kijk ik je vragend aan.

'Je tekeningen, mag ik ze zien?'

'Natuurlijk, wat een vraag. Zal ik ze gaan halen?'

Je kust mijn navel en grijnst: 'Nee, ik ga wel.'

Terwijl je de kamer rondgaat, bewonder ik je slanke lichaam. Gebronsd door de zon en niet te gespierd. Je bent jonger dan mij, maar niet veel, en een hoofd kleiner dan ik en je lange, korte haren zijn een warrig nest van het … slapen onder andere. Je weet heel goed dat ik je bekijk. Je vangt mijn blik met een meer dan uitdagende blik als antwoord en je raapt de schetsen op zonder ze te bekijken. Stapelgek maak je me. Het oogcontact wordt pas verbroken wanneer je terug bij me kruipt.

Terwijl je de tekeningen één voor één afloopt, bekijk ik aandacht je gezicht. Zo weet ik wat er door je heengaat bij elke tekening. Je mondhoeken die even omhooggaan, of je ogen die zich even sluiten. Dit zijn de momenten dat beelden echt meer zeggen dan woorden. Als je bij de laatste tekening komt – die van jezelf – gebeurt er echter iets dat ik niet verwachtte. Je adem stokt en je handen beginnen plots hevig te trillen. Je ogen laten de schets niet los en wanneer je me eindelijk kunt aankijken staan ze vol tranen. 'Wat is er?

'Mooi..' is het enige wat je kan stamelen. Plots kijk je me aan en kus je me. 'Ik hou van je, weet je dat?' fluister je.

'Ik hou ook van jou,' antwoord ik met een bijna verlegen glimlach.
'Laat je me nooit meer los?' Het klinkt bijna smekend.

'Ben je gek?' antwoord ik met een grijns.
Je kust me weer en je handen beginnen mijn rug te masseren. Al gauw worden de kussen uitdagender. Plagerig…

Onder de lakens voel ik waar je gedachten zitten en met een gelukzalige blik laat ik me meevoeren in een nieuwe liefdesdans.


En toen werd ik wakker…
Dat was eergisteren. Ik loop al twee dagen met een geweldige glimlach op mijn gezicht rond.
Wat een mooie jongen. En zijn lippen! GRRRR.
Ik vind het jammer dat ik zijn naam vergeten ben, in de droom wist ik hem wel. Het was een mooie naam.

Best dream EVERRRRRRRRRRRRRRR!

xxx

Ondeugende Bodi Out!