dinsdag 20 januari 2009

All we are is Dust in the Wind

Het was weer een lange en vooral slapeloze nacht, vannacht. Onrustige dromen over Alex maakten me telkens weer wakker en ik kon maar niet vatten wat hij na al die tijd daar weer terug kwam zoeken. Het waren echter niet alleen dromen over Alex. Altijd kort, en zeer intens, overgoten met een sausje van lichte angst en een vleugje wanhoop. Ik haat winterdepressies. Ik slaap zelden slecht en om eerlijk te zijn, op de afgelopen weken na droom ik normaal heel zelden. Ik herinner mij mijn dromen toch nooit. De laatste weken is dat anders, en het valt me op hoe wisselvallig ze zijn van stemming en karakter.

Het lastige aan nachten als deze is dat je weet dat je de dag nadien vroeg moet opstaan en wat je ook probeert, je ziet de minuten voorbij tikken en wat je ook probeert, slaap wil niet komen. Ik probeer wat water te drinken, maar dat helpt al helemaal niet. Het lijkt alsof er een bom ontploft is in mijn bed, zo hard liggen de dekens overhoop. Dat is nu normaal wel altijd zo, maar zelfs naar mijn normen is dit abnormaal.

Ik probeer de chaos terug een beetje op orde te brengen voor ik weer onder de lakens kruip en mijn ogen sluit. Het idee om wat muziek op te zetten is twee uur geleden de raam uit gevlogen. Er is alleen maar stilte nu, een digitaal uurwerk dat 3:15 door de kamer flasht en mijn geest die niet wil slapen. Het probleem is dat mijn geest te vol zit. Ik wou soms dat ik het ding kon uitzetten 's nachts. Er is evenveel lawaai in mijn geest als er stilte is in de kamer. Ik slaak een zucht en probeer innerlijke rust te vinden.

Het gevoel van slaap komt langzaam over mij, eindelijk, maar net wanneer ik de onbewustheid in wil duiken, opent mijn kamer deur zich en gaan mijn ogen terug open.
'Bodi?' Het is Aiden zijn fluisterende stem. Hij klinkt raar. Voor ik kan reageren hoor ik hem een zucht van opluchting slaken.
'Kan je ook niet slapen,' vraag ik en zet me recht.
'Nachtmerrie,' mompelt hij een beetje beschaamd, 'ik werd wakker van jou geschreeuw. Het ging door merg en been. Het leek zo echt, dat toen ik wakker werd mijn kamer er nog van leek na te galmen. De details weet ik ondertussen al niet meer.'
'Rotgevoel he,' zeg ik hem met een halve glimlach, 'ik ken het maar al te goed. Je bent niet de enige die slecht slaapt tegenwoordig.'

Hij antwoordt niet en staat wat onhandig in de deuropening. 'Kom hier,' zeg ik hem en maak een opening zodat hij mee tussen de lakens kan kruipen. Ik voel hem tegen me aan kruipen en slaag mijn handen om zijn middel. Ze zijn koud en ik voel zijn lichaam even opspannen als ze zijn huid raken, maar hij zegt niets.
'Hey jij,' fluister ik in zijn oor, 'dat is lang geleden. Hoe gaat het nog met jou?' Hij grinnikt en port een elleboog in mijn zij. 'Ik weet het Bodi, maar je weet dat ik niet te genieten ben als ik in een studeer-modus zit.'
'Het was geen verwijt, Aiden.'
'I know, maar ik word er zelfs soms lastig van, dus ik kan aannemen dat het voor jou dan zeker niet leuk is.'

Hij valt weer stil. 'Het is niet zozeer de examens, voor mij,' zeg ik hem, 'het is gewoon een zeer rare periode. Alsof er iets uit balans is. Het...'
'...wintergevoel,' maakt hij mijn zin af en ik moet lachen. Ondanks de lastige dagen zitten we duidelijk nog op dezelfde golflengte als we elkaars zinnen nog kunnen afmaken.
'Inderdaad,' zucht ik, 'maar nog heel even en we gaan daar een stevig stokje voor steken.'
'Als je dat maar weet,' zegt hij geeuwend. Het duurt nog geen seconde of ik moet ook geeuwen.

'Kijk nu wat je doet,' zeg ik beschuldigend. Als hij antwoordt klinkt zijn stem laconiek. 'Ik had sneller bij jou moeten komen liggen, je bent zo saai dat ik vanzelf in slaap val nu.' Het was zo een stomme opmerking en hij moest zo smakelijk lachen dat we al snel allebei een vergevorderde vorm hadden van de 'slappe lach'.
Toen we enigszins terug tot bedaren waren gekomen zei ik 'eikel!'
'I know,' antwoordde hij. Ik voelde hem een lachtraan uit zijn ogen wrijven en langzaam aan terug rustig worden.

'Wat denk je, zullen we dan nog maar even proberen slapen?' vroeg ik hem.
'Dat lijkt me een fijn plan.'
Zijn hand nam het hand dat rond hem lag vast en trok het steviger tegen zich aan, zodat ik dichter tegen hem kwam liggen. Ik hou van lepeltje te liggen.
Slaap begon zich over ons meester te maken.
'Bodi?'
'Hmm...'
'Niet loslaten, ok?'

We vielen daar in slaap, op datzelfde moment. Ik heb geen last meer gehad van dromen die nacht. Aiden ook niet.

Bodi Out.

Geen opmerkingen: