donderdag 18 september 2008

Dag 4 : Honey and the Moon

De dag daarop was ik een wrak. Ik had geen eetlust en besloot bijna onmiddellijk om mij met een goed boek af te zonderen en te bekomen van de avond ervoor. Er is niets dat zo kan helpen als een goed boek. Een techniek die ik vroeger regelmatig toepaste.

De dag vloog voorbij net zoals de bladzijden. Er is geen betere schrijver dan David Eddings om je op te monteren. Dat en wat goede muziek. Op regelmatige tussenposen kwam Aiden eens even checken of alles ok was samen met Joran en Joy. Van Alex was de hele dag geen spoor.

De vijf van gisteren schaamde zich duidelijk dood over het voorval van gisteren nu ze terug nuchter waren en maakte zich snel uit de voeten als ze mij ook nog maar dachten te zien. De manier waarop ze naar Aiden keken sprak ook boekdelen.

Die avond gingen we gezellig iets eten met zijn vieren. Mijn eetlust was enigszins terug en ik voelde me terug innerlijk rustiger. Na het eten besloot ik om verder te gaan lezen op het strand. Morgen hadden we een uitstap gepland met de hele groep en ik was van plan van daar ten volle van te genieten en alles tegen dan vergeten te zijn.

De zon ging langzaam onder terwijl het boek zijn einde naderde, toen ik plots een aarzelend kuchje hoorde. Het was Alex. Hij zag er weer bleek uit en heel kwetsbaar, wat ervoor zorgde dat ik niet zo kortaf reageerde als ik eerst wou. 'Dag Alex.'

'Ik weet dat ik momenteel niet echt de persoon ben waarmee je tijd wil spenderen, maar …' Hij maakte zijn zin niet af. Ik richtte mijn aandacht weer op het boek. Toen hij aanstalten maakte om weg te wandelen zei ik : 'ik luister.' Hij maakte een aarzelend aanstalten om zich neer te zetten naast me en toen ik geen reactie gaf ging hij zitten. Het bleef stil, maar het was niet onaangenaam. Hij leek niet enorm zenuwachtig, maar nam eerder de tijd om alles op een rijtje te zetten voor zichzelf voor hij sprak. Ik sloeg mijn boek dicht en trok mijn knieĆ«n op tegen mijn lichaam zodat ik mijn kin erop kon laten rusten terwijl ik hem afwachtend aankeek.

'Al een beetje bekomen van gisteren?' vroeg hij me na een tijdje. Het viel me op dat moment op hoe diep zijn stem was. Ik ontweek zijn blik en keek naar de ondergaande zon. Ik haalde mijn schouders op. 'Zo goed als je kan verwachten, denk ik,' zei ik neutraal. Zijn mondhoek trok weg in een glimlach, maar zijn ogen lachten niet mee. 'Wat die vijf gisteren hebben gedaan valt niet goed te praten, maar…' Ik wist wat er ging komen, hij ging zich verontschuldigen voor de vijf eikels terwijl hij zelf eigenlijk nergens schuld aan trof. Ik stak mijn hand op om hem het zwijgen op te leggen. 'Ik wil geen excuses van jouw Alex. Dat mogen ze zelf komen doen.'

Hij drong niet verder aan. Dat apprecieerde ik. De meeste mensen zouden zich toch nog verontschuldigd hebben. De zon zakte langzaam verder weg, ik schatte dat we nog een twintig minuten hadden voor ze helemaal onder zou zijn. Het bleef stil, maar hij ging niet weg. 'Ben je nog kwaad op me?' vroeg hij plots. De vraag verwarde me, omdat ik besefte dat ik het helemaal niet zo erg vond om hier met hem te zitten. Voor het eerst had ik de indruk dat ik de echte Alex te zien kreeg, en niet het vreselijke bravoure ventje dat hij al heel de vakantie probeerde te zijn.

'Ik ben nooit echt kwaad op je geweest,' gaf ik toe. 'Oh nee,' vroeg hij verbaasd, 'je kan anders heel vies kijken hoor.' Het sarcasme was heel subtiel in zijn stem. Ik grijnsde. 'Alleen als je het verdient,' ik pauzeerde even, 'op gisteren na dan misschien, toen was je gewoon op de verkeerde plaats op de verkeerde tijd.' Ik viel stil.

'Hoe gaat het met jou eigenlijk?' vroeg ik hem, 'want je hebt niet bepaald de leukste periode van je leven heb ik de indruk.'
Hij grijnsde, 'denk je?' Ik wachtte op de rest van zijn uitleg. Die kwam er niet, hij kreeg het duidelijk moeilijk. Hij leek plots heel moe en zijn handen masseerden zijn nek.
'Het is nogal turbulent, dat kan je wel zeggen ja.'
'Het verbaasd me dat je het in het midden van een vakantie hebt uitgemaakt met je vriendin, eerlijk gezegd. De meeste zouden wachten tot ze terug thuis zijn.'

'I know. Lynn is weg. Ze vertrekt terug naar huis. Ik voel me vreselijk, maar het langer volhouden zou ook niet fair geweest zijn.'
'Je gaat me toch niet zeggen dat de geruchten waar zijn,' vroeg ik hem half lachend, maar zijn blik deed de glimlach verdwijnen. 'Oh.'
Het werd weer stil. Ik wist niet goed wat te zeggen. Ik kon wachten tot hij zelf zijn verhaal begon te vertellen, maar dat voelde verkeerd aan. Dus besloot ik maar een grote gok te wagen. 'Dus dat wil zeggen dat ik je nu eindelijk mag beginnen verleiden zonder dat er een podium en publiek aan te pas moet komen?' Ik legde een grote nadruk op eindelijk en kroop dicht tegen hem aan voor extra effect.

Het miste zijn effect niet, eerst keek hij wat verdwaasd, alsof hij niet goed had begrepen wat ik zei. Heel even leek hij kwaad te gaan worden, maar toen hij mijn blik zag moest hij toch hartelijk lachen.
'Wie weet…' zei hij met een mysterieuze glimlach. Zijn ogen keken in de mijne, maar ik keek niet weg. Hij had mooie ogen, en ik las er op dat korte moment heel veel in. Hij verbrak echter de connectie door weg te kijken. Het viel me op dat hij rood werd. Ik heb een zwak voor jongens die blozen.

De laatste zonnestraal verdween achter de horizon en daarmee verdween ook het laatste restje aangename warmte. Het duurde dan ook niet lang voor ik begon te rillen van de koude. Natuurlijk kon ik Alex dat niet zeggen, ik haat het als mensen denken dat ik flauwe versiertrucs uithaal. Daarom besloot ik de zaak maar op mijn manier aan te pakken. Voor hij goed en wel besefte wat ik deed, zette ik mij tussen zijn benen en nestelde me tegen hem aan. Om het geheel af te werken drapeerde ik zijn armen rond mijn middel.
'Wat…?'
'Shht… Ik heb het koud en jij hebt het duidelijk te warm, ' maakte ik een opmerking op zijn nog nablozende gezicht, 'Ik los gewoon beide probleempjes even op.'
Dat deed hem weer lachen. 'Ben je altijd zo direct?' vroeg hij me.
Ik haalde mijn schouders op. 'Meestal,' zei ik, 'ik heb ondervonden dat dat doorgaans veel tijd, drama en misverstanden uitspaart. Ben jij altijd zo aangenaam als je niet stoer probeert te doen?'
Ik stelde de vraag laconiek, maar zijn antwoord bleef uit. Ik voelde de spanning opbouwen in zijn lichaam. 'Hey, hey. Relax. Het was als compliment bedoeld.' De spanning minderde een klein beetje. 'Alles ok?'

'Het is zo lang geleden dat ik mezelf nog ben geweest. Je hebt geen idee. Je speelt komedie, je draagt maskers, je verstopt je achter dikke muren en hoewel het een opgave is, raak je eraan gewend. En nu dat elke vorm van fascade weg is, voel ik me kwetsbaarder dan ooit.' Hij viel weer stil en ik antwoordde niet. Er was niets dat ik kon zeggen dat hem kon helpen hierin. Na een tijdje vroeg hij. 'Ga je morgen ook mee op uitstap met de groep?' Ik knikte.
'Zou je het erg vinden mocht ik met jullie mee optrekken dan, want ik vrees dat ik anders een eenzame dag tegemoet ga gaan.' Hij klonk heel kwetsbaar op dat moment.
'Natuurlijk mag dat,' zei ik serieus,' maar alleen als je heel braaf bent en mij op ijs trakteert.' Voegde ik er nog aan toe. Hij ontspande weer helemaal en het gesprek werd ook terug losser.

We bleven tot ver in de nacht praten. Je kent die gesprekken wel. Van diepgaande onderwerpen tot je grootste avonturen in de middelbare school, tot je eerste lief… Alles kwam aan bod. Toen we uiteindelijk terug op het kamp aankwamen was het muistil. Alex was doodop en ging onmiddellijk slapen, maar niet voordat hij me verlegen een kus op de wang gaf.

Toen ik onze tent binnenwandelde trof ik Joran aan die lag te slapen in de armen van Aiden, die op zijn beurt nog zachtjes aan het praten was met Joy. 'Ah, daar ben je,' zei hij, 'ik stond op het punt je te komen zoeken.' Zijn stem klonk beschuldigend.
'Liegebeest,' antwoordde ik, 'jij weet goed genoeg waar ik de avond heb doorgebracht.' Joy en hij antwoordde met een smalende glimlach.
'En, en en?' vroeg Joy, 'hoe was het?'
'Het was gezellig,' zei ik, expres vaag. 'Je mag het hem morgen zelf vragen, hij gaat mee op uitstap.'

'Is hij…' vroeg Aiden. 'Jep.' Antwoordde ik.
'Hebben jullie…' 'Nope.'
'Wil je…' 'Misschien.' Antwoordde ik met een glimlach. Hij keek me even doordringend aan voor hij vroeg.
'Kan hij…' 'Oh jawel…' zei ik met fonkelende ogen.

Joy volgde dit stukje gesprek met openhangende mond en toen we stopten haalde ze haar neus op en zei met afkeer. 'Ik haat het als jullie zo met elkaar praten.'
Losstaand van het feit dat Aiden en ik zo effectief een gesprek kunnen voeren soms, doen we het vooral voor de reacties die erop komen, en die van Joy zijn elke keer weer geweldig.
Ik viel onmiddellijk in slaap die nacht. Alles was weer goed.

Bodi Out.